Correct instellen zender op automodel
Heel vaak zien we dat de zender niet correct is ingesteld, met als gevolg dat het sturen niet vloeiend gaat, trimmen onder het rijden niet correct is in te stellen en in het ergste geval de servo defect gaat. Het hiervolgende verhaal is van toepassing op vrijwel alle moderne digitale zenders, alleen kan de benaming van verschillende instellingen anders zijn. We gaan ervan uit dat de auto in orde is, dus goede wielen
velgen, geen onnodige speling, juiste toe of uitspoor.
We zetten de zender aan, maar nog niet de ontvanger!
Allereerst is het verstandig het gekozen model in de zender te resetten, zodat we fris van start kunnen gaan. Vaak kun je per model resetten, soms moet de hele zender gereset worden. In de meeste gevallen blijft de binding met de ontvanger intact. Daarna controleren we of de stuuruitslag op maximaal staat. Vaak is deze bedienbaar via een duimwiel of tuimelknop, welke je met de duim van de gashand kunt bedienen. Anders moet je deze in het menu opzoeken. Vaak aangeduid als D/R ST (Dual Rate Steering)
Nu controleren we of de stuurtrim in het midden staat (trimknop direct boven stuurwiel) en zetten de stuurweg uitslag per richting op ongeveer 50% of minder indien nodig. (EPA, End point adjuster).
Pas nu zetten we de ontvanger in de auto aan. Controleer eerst of de servo in de juiste richting beweegt, corrigeer dit eventueel met servo-reverse. Kijk nu of de wielen redelijk recht staan, corrigeer grote uitslagverschillen door de servosaver, of servohorn iets te verplaatsen op de servo. Nu gaan we met de subtrim de servo zo uittrimmen, dat de auto rechtuit loopt. Subtrim is in het menu te vinden en is niet gelijk aan de trimknop boven het stuurwiel! (Subtrim is bedoeld voor de basisafstelling, stuurtrim is voor correctie van de uitslag tijdens het rijden door bandenslijtage of aanrijding)
Gaat de auto nu mooi rechtuit, kunnen we de EPA afstellen. Als we de EPA voor links afstellen, draaien we het stuurwiel in de linkerhoek en stel de EPA op de zender zo in, dat de stuurblokken in de maximale positie kunnen komen, maar ook niet verder. Het mooiste is, dat je de servo net niet meer hoort brommen bij maximale uitslag. Doe dit zelfde voor de rechterzijde.
Als de zender gereset is, staan de gasinstellingen ook correct. Het enige wat je nu kunt doen, is de regelaar opnieuw op de zender inregelen. Sommige zenders hebben een speciale ATL instelling voor de gastrigger. Deze is bedoeld om het rempunt te beïnvloeden. Zet de ATL bij inregelen op maximaal. Onder het rijden kun je de ATL zo zetten, dat de wielen bij maximale rem niet blokkeren. Vooral handig op gladde baan.
De zender heeft nu de juiste basisafstelling. Onder het rijden kun je nu makkelijk met de trim de rechtuit loop corrigeren en kun je met de D/R de maximale uitslag voor links en rechts gelijktijdig corrigeren. Vooral handig als de grip iets minder is, of als je opeens meer stuur nodig hebt.